Het avontuur! De spanning! De uitdaging!

Behoren tot een patrouille. Een belofte afleggen. Tot de verbeelding sprekende, maar onschuldige smokkel- en roofspelen. Spelen die weken konden duren waarbij een geheim moest worden ontrafeld. Bij Scouting beleefde je nog eens een avontuur en was het spannend. Maar je leerde er ook nuttige vaardigheden leren als kaartlezen, morse seinen, knopen leggen, vuurtje stoken en EHBO zodat je de uitdaging aankon en tijdens het kamperen in de buitenlucht kon ‘overleven’. En vaardigheden leren om dienstbaar te zijn voor de samenleving. Die mix was zeker in het begin van de vorige eeuw de grote aantrekkingskracht van Scouting op de jeugd. Toen padvinderij, verkennerij, gidsen en padvindsters genoemd.

Jeugdorganisaties

In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog waren er meer jeugdorganisaties, voortkomend uit kerkelijke ideologie, sociale klassen of beroepsgroepen. Zo was er ook de Jeugdstorm, de jeugdbeweging van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) die de ideologie van Nazi-Duitsland aanhing. Een jeugdbeweging die nu als fout wordt aangemerkt.

Hoe zat het precies?

Van de Jeugdstorm wordt beweerd dat zij ook jongeren aantrokken vanwege het avontuur. Daarom wordt er vaak een vergelijking gemaakt tussen Scouting en de Jeugdstorm. Bovendien kenden beide organisaties een hiërarchie die is ontleent aan militaire structuren en waren de vaardigheden die de jeugd opdeed in zekere mate hetzelfde. En dan was er nog het uniform dat veel overeenkomsten had.
Wat was dan de rol van Scouting tijdens de Tweede Wereldoorlog? Aan welke kant stonden de verschillende scoutingorganisaties die het onderling niet volledig met elkaar eens waren? En hoe stelden individuele Scouts zich op tegenover de bezetter?

 

Verhalenproject

Met het project Scouting in de Oorlog gaan we daar wat dieper op in. Allereerst kun je lezen hoe de landelijke Scoutingorganisaties het verging en vervolgens zijn er bijna 300 verhalen over individuele Scouts en Scoutinggroepen tijdens de oorlog. Uit al die informatie valt maar één conclusie te trekken: de Scoutingorganisaties en individuele Scouts kozen de kant tegen de bezetter. Ze gingen illegaal verder, gingen in het verzet, boden hulp aan slachtoffers of sloten zich aan bij de geallieerden.