Bram IJzerman uit Nunspeet werd tijdens de Tweede Wereldoorlog als Scout actief in het verzet. Hij was 20 jaar toen hij op 2 maart 1945 werd gefusilleerd. Al bij zijn herbegrafenis op 9 mei 1945 werden Bram en zijn vader naar hun laatste rustplaats begeleid door Scouts. Zijn hoed en das werden als symbool in de stoet meegedragen. Dan een krans gedragen door een padvinder en padvindster en daarachter een wagen met een schat aan bloemen, een laatste eer aan twee strijders voor het vaderland.

De Scoutinggroep in Nunspeet werd op 9 april 1949 hernoemd in de Bram IJzermangroep. De leiders vroegen hiervoor toestemming aan de nabestaanden. Dit is vastgelegd in een oorkonde. Tot op de dag van vandaag is er op bijzondere momenten aandacht voor Bram IJzerman. 

Op het clubhuis is een speciaal kastje waarin Bram zijn hoed, keppeltje, foto en de oorkonde worden bewaard. Alle leden weten wat er in dit kastje zit. Eens per jaar worden de Scouts die dan worden geïnstalleerd apart genomen. Het kastje wordt geopend en de Scouts krijgen het verhaal van Bram te horen. Het is vast onderdeel geworden van de installatie. Scoutsleider Dick Ponsteen: “Het is altijd een indrukwekkend moment. Het komt echt even binnen bij de Scouts en het is een moment van bezinning. Ze beseffen op die leeftijd heel goed wat het is om te kiezen voor het verzet. Vanaf de Scoutsleeftijd leeft dit verhaal bij al onze leden.”

Ook rond 4 mei krijgt het verhaal speciale aandacht in de groep. Op zaterdag voor 4 mei wordt het verhaal van Bram nog eens verteld, dit keer ook aan de welpen. Ponsteen: “Het hoort bij onze voorbereiding op de Dodenherdenking. Iedereen krijgt dan te horen wat onze rol tijdens de plechtigheden is. Door het verhaal nog eens te vertellen realiseren de jeugdleden zich extra goed waarom zij bij de Dodenherdenking aanwezig zijn.”

Lange tijd hield de groep op 4 mei de inzet aan de herdenking beperkt. De scouts luidden toen al wel vanaf 19.45 uur de klok en reikten de kransen aan. Ook was altijd na de twee minuten stilte een speciaal moment bij het monument van Bram. “We verzamelen dan met alle leden rond het graf en leggen bloemen. Het is het moment dat we de naam en het verhaal van Bram naar buiten toe uitdragen. We vinden dat belangrijk. Niet alleen voor ons als Scoutinggroep, ook voor de nabestaanden. Er zijn nog altijd nazaten van Bram; zij stellen het zeer op prijs dat wij op deze manier Bram blijven herdenken.”

Sinds tien jaar is de groep nadrukkelijker betrokken bij de Dodenherdenking in Nunspeet. Ponsteen: “We waren wel altijd met ongeveer zestig leden aanwezig, maar we hadden slechts een  kleine rol in het protocol. We zijn in 2009 in gesprek gegaan met de gemeente om onze aanwezigheid en rol duidelijker te laten zijn. Sindsdien wordt tijdens de herdenking ook het verhaal van Bram en de familie IJzerman verteld en legt de groep binnen het protocol een krans.”
Dat tijdens toespraken ook het verhaal van Bram wordt verteld roept onder het publiek soms vragen op. Ponsteen: “We zijn daardoor actiever gaan vertellen wat de positie van Scouting tijdens de Tweede Wereldoorlog is, waarom Scouting die positie had en waarom veel Scouts in het verzet gingen. Daardoor is het beeld van Scouting veranderd. Eerst kregen we nog wel eens opmerkingen dat Scouting een militaristische organisatie zou zijn. Als we nu ergens in uniform verschijnen, krijgen we juist positieve reacties.”